Geplaatst op 5 januari 2018
Ook dit jaar vinden weer een aantal wetswijzigingen plaats. We hebben hieronder vijf relevante wetswijzigingen op een rij gezet, die sinds 1 januari 2018 van kracht zijn.
1. Minimumloon en minimumjeugdloon
Het minimumjeugdloon wordt in twee stappen afgeschaft. Sinds 1 juli 2017 is het wettelijk minimumjeugdloon verhoogd. Werknemers van 22 jaar en ouder hebben recht op het wettelijk minimumloon. Ook is het loon voor 18 tot en met 21-jarigen gestegen. Vanaf 2019 krijgen 21-jarigen het volledige wettelijk minimumloon en stijgt voor 18 tot en met 20-jarigen het minimumjeugdloon.
2. Verhoging AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd gaat verder omhoog. Sinds 1 januari 2018 is de AOW-gerechtigde leeftijd 66 jaar. De AOW-leeftijd blijft verder stijgen tot (vooralsnog) 67 jaar in 2021.
3. Premiekortingen –> Loonkostenvoordelen
Sinds 1 januari is geen sprake meer van premiekortingen voor jongere, oudere en arbeidsgehandicapte werknemers. Dit is vervangen door loonkostenvoordelen voor ouderen en mensen met een arbeidsbeperking.
4. No-risk premie oudere werknemer
Heb je als werkgever een werknemer aangenomen van 56 jaar of ouder en heeft die voor deze dienstbetrekking een WW-uitkering ontvangen? In dat geval wordt de werkgever gecompenseerd als deze werknemer uitvalt vanwege ziekte. Hierbij moet deze werknemer minimaal één jaar werkloos zijn geweest en een WW-uitkering hebben ontvangen. De loondoorbetaling wordt overgenomen door UWV.
5. Pensioenrichtleeftijd: 68 jaar
De fiscale pensioenrichtleeftijd is sinds 1 januari 2018 verhoogd naar 68 jaar. Met pensioenrichtleeftijd wordt een (reken)leeftijd bedoeld die wordt gebruikt voor de berekening van de maximaal toegestane fiscale opbouwruimte. De in dat kader maximaal toegestane opbouw- en premiepercentages zijn gerelateerd aan een pensioen dat ingaat op de pensioenrichtleeftijd.